Beschrijving
Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Dit biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van de legsels te minimaliseren. Ook kan het functioneren als opgroeigebied voor jonge weidevogels.
Beheereisen
1. Er wordt een rustperiode in acht genomen van 1 april tot 1, 8 of 15 juni;
2. In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats;
3. Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan;
Aanvullende beheervoorschriften:
4. De rustperiode wordt jaarlijks in acht genomen;
5. Ook buiten de rustperiode wordt ingezet op maximale bescherming van aanwezige weidevogelnesten en kuikens;
6. Indien buiten de rustperiode nesten van weidevogels aanwezig zijn, worden deze bij landwerkzaamheden ontzien;
7. Indien buiten de rustperiode weidevogelkuikens op het perceel aanwezig zijn, wordt uitsluitend van binnen naar buiten gemaaid en/of worden 4 tot 12 uur voorafgaand aan het maaien stokken met plastic zakken geplaatst om aanwezige kuikens te verjagen naar een ander perceel. In overleg met een hiertoe door het collectief aangewezen persoon kan een alternatieve kuikenvriendelijke werkwijze worden gekozen.
Pakketten
A01a Grasland met rustperiode: 1 april – 1 juni
A01b Grasland met rustperiode: 1 april – 8 juni
A01c Grasland met rustperiode: 1 april – 15 juni