Beschrijving
Een knotbomenrij is een lijnvormig landschapselement met knotbomen. Knotbomenrijen kunnen van belang zijn voor o.a. vogels, amfibieën, insecten en kleine zoogdieren. Daarnaast hebben knotbomenrijen een bepaald belang m.b.t. cultuurhistorie en landschappelijk schoon. Om een knotboom in stand te houden en uitscheuren van takken te voorkomen dient op tijd geknot te worden. Oudere knotbomen zijn vaak hol van binnen en zijn hierdoor een goede broed- en schuilplaats voor vogels, marterachtigen en vleermuizen. Vele soorten insecten en mossen profiteren van de bomen. Een rij met knotbomen dient als verbindingsweg voor dieren. Bij het knotten kunnen de dunnere takken ter plaatse op een hoop of rillen gelegd worden. Amfibieën en kleine zoogdieren maken hier graag gebruik van.
De stam van een knotboom wordt periodiek op een hoogte van ca. 2 meter boven maaiveld afgezet (geknot). De takken worden afgezaagd op 5-10 cm van de kruin, zodat een stompje tak blijft staan. Hierdoor ontstaan sneller holten die gunstig zijn voor holenbroeders en eenden.
Beheereisen
1. Minimaal 5% tot maximaal 40% van de beheereenheid is gesnoeid in de periode tussen 1 oktober va het vorige kalenderjaar en 1 maart va dit kalenderjaar. Het overige deel wordt in stand gehouden;
2. Snoei- en of maaiafval is verwijderd;
3. Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de beheereenheid;
4. De beheereenheid wordt niet beweid [11];
Aanvullende beheervoorschriften
5. Gedurende de contractperiode wordt de knotbomenrij éénmaal geknot;
6. De stam van een knotboom wordt minimaal op een hoogte van 1 meter boven maaiveld afgezet (geknot);
7. De takken worden afgezaagd op 5-10 cm van de kruin, zodat een stompje tak blijft staan;
8. Knotbomenrijen langer dan 100 meter worden in minimaal twee fasen geknot. Ca. de helft van de knotbomenrij wordt het ene jaar geknot en de andere helft wordt minimaal 2 jaar later geknot;
9. Als snoeihout versnipperd wordt mogen de snippers niet verwerkt worden in het element;
10. Beschermen tegen schade als gevolg van beweiding of bewerking op aangrenzende gronden;
11. Het raster mag niet aan het element bevestigd worden;
12. Slootmaaisel, bagger, maaisel en tuinafval mogen niet verwerkt worden in de beheereenheid;
13. Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring en jacobskruiskruid;
14. Ongewenste houtsoorten, zoals Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia en Ratelpopulier mogen via uitgraven, mechanische of stobbenbehandeling worden bestreden;
15. Bemesting is niet toegestaan;
16. Niet branden in, of in de directe omgeving van het element;
17. Nadat het groot onderhoud (knotten) aan de knotbomenrij is verricht, wordt hiervan binnen 7 dagen melding gedaan aan het Collectief NWO.