Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken wil een plan van aanpak voor verbeteren van de weidevogelstand gezamenlijk opstellen met de provincies, Vogelbescherming Nederland en Boerennatuur.nl. Die partijen hebben ingezet op het ontwikkelen van enkele scenario’s door onderzoekers van Wageningen Universiteit en Sovon. De scenario’s geven inzicht in de hiervoor benodigde instrumenten en middelen. Wanneer er wordt gekozen voor een taakstellend aantal broedparen grutto’s van minimaal 40.000 dat vergt dat eenmalig 35 tot 89 miljoen euro aan investeringen voor de inrichting en jaarlijks 12 tot 19 miljoen voor het beheer ervan.
Op dit moment leven in Nederland naar schatting 32.000 tot 36.000 broedparen grutto’s. De bijdrage voor het weidevogelbeheer op agrarische grond bedraagt op dit moment 30 miljoen per jaar. De onderzoekers stellen dat met de huidige inspanningen de weidevogelpopulatie afneemt naar 1.200 broedparen en dat er extra inspanningen nodig zijn voor wat betreft inrichting en beheer. Gezamenlijk hebben de partijen 3 scenario’s geformuleerd:
• Het optimaliseren van het huidige beheer;
• Het optimaliseren van het huidige beheer met aanvullende gebiedsgerichte maatregelen;
• Realiseren van een taakstellend aantal broedparen.
Wageningen Universiteit en Sovon hebben de 3 scenario’s doorgerekend. Voor het stoppen van de teruggang van het aantal broedparen weidevogels en het op termijn realiseren van een stabiele weidevogelpopulatie lijken onderstaande maatregelen essentieel:
• Inzet in het te beheren gebied van een goede gebiedscoördinator, die zowel ecologisch als landbouweconomisch goed onderlegd is;
• Een gebiedsspecifieke benadering: maatwerk en ruimte voor flexibiliteit om in te spelen op de actuele situatie;
• Beheer waar mogelijk verplaatsen naar de kansrijke gronden en gebieden;
• In reservaten inzetten op verhoging waterpeil, tegengaan van verschraling en voorkomen van verruiging;
• In gebieden met agrarisch natuurbeheer inzetten op aangepast peilbeheer en het intensiveren van het beheer.
Dit vraagt een aanzienlijke extra investering in geld, dat in het Natuurpact niet is voorzien. Het vraagt ook een andere manier van werken. Het optimaliseren van het huidige beheer is met name zinvol in gebieden waar de omstandigheden redelijk tot goed op orde zijn en waar een zorgvuldige ruimtelijke regie wordt gevoerd. Belangrijk hierbij is dat het voor weidevogels beheerde, laat gemaaide land in blokken ligt en niet versnipperd is, liefst in nabijheid ligt van reservaten. Plaatselijk zal ter verbetering van de waterstand in het broedseizoen het gebruik maken van schotten en pompen nodig zijn. Door maatwerk zijn de inspanningen doelgericht en daarmee kosteneffectief. De additionele beheerkosten worden geschat op 3 tot 5 miljoen euro per jaar. Dit resulteert in 4.600 broedparen grutto’s.
Wanneer het huidige beheer wordt geoptimaliseerd met aanvullende gebiedsgerichte maatregelen zal dat volgens de onderzoekers leiden tot een verhoging van het aantal broedparen naar maximaal 48.000. Hiertoe zijn omvangrijke verbeteringen nodig van de inrichting en het beheer. Dat vraagt eenmalig 35 tot 89 miljoen euro voor inrichting en jaarlijks 12 tot 19 miljoen voor het beheer. Er zou ook kunnen worden gekozen voor een taakstellend aantal broedparen van minimaal 40.000. De kosten voor het optimaal maken van de kansrijkste gebieden bedragen, additioneel aan de huidige kosten, eenmalig 35 tot 89 miljoen euro voor de inrichting en jaarlijks 12 tot 19 miljoen voor het beheer ervan. Afhankelijk van het taakstellend aantal broedparen worden de totale kosten bepaald. De kosten kunnen vervolgens nauwkeuriger worden bepaald door eerst per gebied de verbeterbehoefte in beeld te brengen.
De gepresenteerde scenario’s geven diverse opties weer, die door de partijen nader uitgewerkt kunnen worden. Voor alle scenario’s geldt dat om de bestaande kwaliteiten van de weidevogelgebieden te verbeteren combinaties nodig zijn van het verhogen van waterpeil in gebieden, het verbeteren van de vegetatiestructuur, het verbeteren van maai- en beweidingsregime, het creëren van voldoende openheid en het beperken van verstoring. Het betreft maatregelen in agrarische gebieden en in de reservaten. Voor alle scenario’s geldt ook dat op gebiedsniveau een uitwerking komt waar maatregelen om predatie tegen te gaan onderdeel van zijn. De mogelijkheden voor effectief predatiebeheer lijken qua regelgeving op dit moment toereikend.
Een samenvatting van de publicatie Scenario’s voor een nationaal plan voor weidevogels is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
bron: Ministerie van Economische Zaken, 17/03/17