BoerenNatuur.nl, de 40 collectieven voor agrarisch natuurbeheer, ziet natuurinclusieve landbouw als een waardevol concept in de transitie naar een landbouw die op alle fronten beter rekening houdt met de natuur. Om er in de praktijk echt mee te kunnen werken moet het begrip wel duidelijker worden gedefinieerd, bijvoorbeeld via een landelijk erkende lijst van ‘groene prestaties’. Bovendien zijn extra inspanningen nodig van overheid, sector en keten – de transitie komt niet vanzelf tot stand.
Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur.nl: “Wij zien natuurinclusieve landbouw als belangrijk onderdeel van de door ons bepleite transitie van de landbouw. Het moet een systeembenadering zijn waarbij een boer in al zijn bedrijfsbeslissingen rekening houdt met de natuur op en rond zijn bedrijf. Bodemleven, plaag-bestrijdende insecten, grutto’s en korenbloemen, maar ook zorgen voor goede omstandigheden voor natuur in de omgeving. Wij vinden het belangrijk dat er een heldere definitie komt. We moeten geen nieuw contai-nerbegrip introduceren waaraan iedereen zijn eigen interpretatie geeft. Willen boeren weten waar ze aan toe zijn en willen overheid en keten gericht beleid kunnen inzetten, dan is een heldere afbakening nodig.”
Landelijk erkende lijst van ‘groene prestaties’
Om een heldere afbakening te krijgen, lanceert BoerenNatuur.nl in zijn position paper het idee om een landelijk erkende lijst van ‘groene prestaties’ op te stellen. Een bedrijf mag zich natuurinclusief noemen als het hieruit – op basis van bijvoorbeeld een puntensysteem – een voldoende aantal maatregelen in praktijk brengt. Het systeem is landelijk, en regionaal worden de prioriteiten vastgesteld en wordt maatwerk geleverd.
De bestaande gebiedscollectieven voor het agrarisch natuurbeheer kunnen hierin een centrale rol spelen. Nu richten de collectieven zich op een beperkt aantal soorten in een beperkt aantal gebieden. In het voorstel van BoerenNatuur.nl kunnen bedrijven kiezen uit een veel breder maatregelenpalet. De landschaps-schaal waarop de collectieven opereren, levert daarbij nog een extra voordeel op: zo kunnen de meest effectieve maatregelen en locaties worden gekozen.
Extra inspanningen nodig
De daadwerkelijke omslag moet plaatsvinden op bedrijfsniveau. In de omgeving van het bedrijf moeten daarom alle pijlen dezelfde kant op wijzen. Datema: “De keten is volop bezig met duurzame productie, maar een meerprijs voor natuurvriendelijke producten zien we alleen bij enkele kleinschalige initiatieven. De keten kan hier nog grote stappen voorwaarts maken.”
“Datzelfde geldt voor de overheid. Die zet nu vooral in op kennis en netwerken voor natuurinclusieve landbouw. Maar dat is onvoldoende om de omslag te laten werken. Net zoals Frankrijk zijn budgetten sinds 2012 sterker richt op agro-ecologie, kan Nederland plattelands- en innovatiegeld ombuigen naar natuurinclusieve bedrijven. Bij grote ambities hoort een ambitieus beleid. Alleen zo kun je bereiken dat natuurinclusieve bedrijven over 10, 15 jaar de regel zijn geworden in plaats van de uitzondering daarop”, aldus Datema.
Zie voor meer informatie de achtergrondnotitie Natuurinclusieve landbouw: wat kunnen en willen we ermee? op de site van BoerenNatuur.nl.
bron: BoerenNatuur.nl, 21/02/17