Meer zicht op natuurwaarde
Voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer zijn twee monitoringssystemen opgezet. Eén voor beleidsmonitoring en één voor beheermonitoring. De beheer- en beleidsmonitoring worden op elkaar afgestemd voor een effectief en efficiënt agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Dat vraagt een nauwe samenwerking en kennis- en gegevensuitwisseling tussen provincies, collectieven, waterschappen en vrijwilligers.
Beleidsmonitoring
Op landelijk niveau wordt met de beleidsmonitoring de ecologische effectiviteit van het agrarisch natuurbeheer gemeten: de ontwikkeling en verspreiding van dieren in gebieden waar agrarisch natuurbeheer wordt uitgevoerd en in gebieden waar dat niet gebeurt, en de verschillen daartussen. De provinciale beleidsmonitoring wordt gebruikt om informatie te geven over de vooruitgang per soort in een bepaalde provincie.
Landelijk meetnet beleidsmonitoring ANLb
Onlangs is het landelijk meetnet beleidsmonitoring voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) gestart. De provincies werken hiervoor samen met het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Voor de beleidsmonitoring wordt gebruik gemaakt van de bestaande meetnetten van de NEM. Deze zijn wel uitgebreid voor het ANLb. Dat hebben de NEM, het Centraal Bureau voor de Statistiek, de provincies en soortenorganisaties samen opgepakt. Op basis van de eigen beleidskeuzes richten de provincies ook provinciale meetnetten voor het ANLb in.
Vrijwilligers
Een bijzondere rol bij de ANLb-beleidsmonitoring is weggelegd voor de 16.000 vrijwilligers van Ravon, Sovon en de Vlinderstichting, die een groot deel van de waarnemingen in het veld zullen gaan doen. In hun vrije tijd trekken de vrijwilligers de natuur in om te tellen. Door een app op de mobiele telefoon kunnen waarnemingen ter plekke snel worden ingevoerd. Er wordt gewerkt met protocollen. Daarin staat precies beschreven hoe je meet, waar en op welke tijd van de dag. Soms moet ook rekening worden gehouden met omstandigheden zoals de temperatuur en de windsnelheid.
De meetgegevens komen terecht in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Daar worden gegevens gevalideerd. Vervolgens gaan ze naar het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat bewerkt de data tot statistieken en komt jaarlijks met een kwaliteitsrapport over hoe het gaat met de getelde soorten.
Agrarische collectieven voeren beheermonitoring uit
De agrarische collectieven voeren beheermonitoring uit voor een optimale uitvoering van het beheer in het veld. Met andere woorden: goed agrarisch natuur- en landschapsbeheer op de juiste plek. De collectieven werken voor de beheermonitoring ook samen met vrijwilligers. Vanuit de agrarische natuurverenigingen, die zijn opgegaan in de collectieven, is hiermee al veel ervaring opgedaan. Verschil met het verleden is dat de collectieven over een veel groter gebied gaan dan de oude agrarische natuurverenigingen. Ook moeten de vrijwilligers op een meer uniforme manier gegevens verzamelen, en willen collectieven vrijwel dagelijks de meest recente informatie ontvangen.
Bron: portaal natuur en landschap